Gedurende mijn zwangerschap heb ik een duidelijk beeld van hoe ik mijn bevalling zie, maar begrijp ook goed dat het anders kan lopen.
Verschillende beval-scenario’s heb ik in mijn hoofd. Gevoelsmatig is alles oké. Tegelijkertijd houd ik absoluut geen rekening met het feit dat ik zou kunnen gaan bevallen met een keizersnede...
Cecile's Story
De geboorte van Chloë...
Mijn ultieme wens is om zo natuurlijk mogelijk te bevallen.
Liever geen interventie, tenzij het beter is voor de gezondheid van onze dochter en mijzelf. Bij voorkeur dus ook geen ruggenprik, hier sta ik alleen voor open als de pijn transformeert naar lijden. Ik koop een zoutlamp voor zacht licht, een beval-bal, mineralen voor mentale kracht en maak een playlist met fijne muziek. Ik volg een cursus Mindful Bevallen. Ik voel gedurende de zwangerschap heel veel vertrouwen in mijn lichaam, de bevalling en het Geboortehuis.
Op zondag 29 augustus, een week na mijn uitgerekende datum, word ik vroeg wakker. Ik voel krampjes in mijn buik. Een ander soort krampjes dan voorheen. Ook merk ik al snel dat er een bepaalde regelmaat in zit. Ik durf het bijna niet te geloven maar de bevalling is begonnen. Dit moeten wel weeën zijn. De weeën zijn zeker aanwezig maar doen geen pijn. Ik voel me energiek en sterk.
Mijn vriend en ik ontbijten uitgebreid en gaan lekker wandelen met de hond.
Aan het einde van de ochtend wordt het allemaal wat intenser. Ik besluit de Sex & The City film aan te zetten. Ik weet dat die film lang duurt. Een goede afleiding.
Kop thee erbij, snackjes voor mijn neus en de weeën-timer aan. Ik merk tijdens de film dat ik de weeën wat meer moet wegpuffen. De tijd tussen de weeën wordt ook steeds korter. Aan het einde van de film besluit ik in bad te gaan. Ik heb behoefte aan het warme water.
Mijn vriend gaat nog even snel last minute boodschappen doen (die we natuurlijk niet nodig hebben, maar dat voelt op dat moment logisch).
Mijn vriend komt rond 14h30 thuis van de boodschapjes. Op dat moment ben ik het bad uit, en sta ik tegen de badrand aangeleund. Het doet nu echt wel pijn denk ik.
Ik trek mijn “bevaloutfit” aan, een zwangerschapslegging en groot shirt. Ik verplaats me naar de slaapkamer.
De zoutlamp gaat aan, de playlist met rustgevende muziek start en de bevalbal wordt de kamer ingerold.
Ik heb allemaal houdingen in mijn hoofd en probeer ze 1 voor 1 uit. Handen en knieën, hangend aan een laken, op de bal, wandelen, dansen.
Maar al vrij snel merk ik dat geen enkele houding echt fijn voelt. De zoutlamp moet weer uit, de muziek moet ook uit en die stomme bal werkt niet. De weeën zijn intens, volgen elkaar snel op en trekken door naar mijn rug en benen. “Bel het Geboortehuis maar”, zeg ik. Op dat moment heb ik het gevoel al flink wat ontsluiting te hebben.
Ik loop naar de hal en ga staand leunen tegen het traphek. Mijn vriend vraag ik bij iedere wee heel hard met beide handen op mijn onderrug te duwen. Dit verlicht iets. De weeën worden met de minuten intenser, volgen elkaar snel op en ik merk dat ik het bijna niet meer kan opvangen met mijn adem. Rond 17h is Charlotte er. Ze ziet me en ziet ook hoe ik toch wel echt aan het vechten ben met de weeën. Allerlei gedachten gaan door mijn hoofd: “ik moet dit toch kunnen” tot “ik houd dit niet lang vol” tot “ik wil een ruggenprik”. Alle positieve affirmaties en ademhalingsoefeningen die ik paraat had voor de bevalling, zijn even weg.
De ontsluiting wordt gecheckt en ik heb pas 2 centimeter ontsluiting. Charlotte vraagt wat ik wil. Ik zeg direct: ziekenhuis. Het voelt niet goed om langer thuis te blijven. Mijn vriend haalt de auto.
Ik voel gedurende de zwangerschap heel veel vertrouwen in mijn lichaam, de bevalling en het Geboortehuis.
Op handen en knieën, met een emmer naast me, op de achterbank, word ik naar het ziekenhuis gereden. Ik kan en wil niet zitten. Een techno nummer van Joris Voorn aan als afleiding, dat precies is afgelopen als we bij het ziekenhuis aankomen. De rolstoel in het ziekenhuis laat ik voor wat het is. Ik loop, met kleine pauzes om de weeën op te vangen, naar de bevalafdeling.
In de bevalkamer neem ik meteen weer dezelfde houding aan als thuis. Staand en met mijn handen leunend tegen de rand van het ziekenhuisbed. Charlotte laat het bad vollopen. Op het moment dat het bad vol is, vraagt ze of ik in bad wil. Dat wil ik niet. Mijn vriend pakt een mineraal uit de tas wat me zou moeten herinneren aan hoe sterk ik ben. De mineraal gooi ik op de grond. Ik wil een ruggenprik. Charlotte reageert direct op mijn wens. Zo ontzettend fijn. Ze roept de klinisch verloskundige op. En tijdens het wachten op haar komst, bevestigt Charlotte alvast de CTG om de hartslag van de baby te checken. Op het moment dat de klinisch verloskundige er is, wordt weer mijn ontsluiting gemeten, 3 cm.
Het schiet niet op. De pijn krijg ik niet weggepuft en de ontsluiting schiet niet op. Een ideale casus dus voor een ruggenprik. Mits het hartje van ons dochtertje stabiel is. En dit blijkt niet het geval te zijn. Tijdens de CTG ziet iedereen hoe haar hartslag daalt bij een wee en niet voldoende herstelt. De weeën blijken te intens voor haar. Ik krijg dit allemaal niet bewust mee en ben alleen maar bezig met het opvangen van de pijn. Volledig in mijn eigen wereld.
Ik word uiteindelijk toch op het bed gelegd, op mijn zij.
De klinisch verloskundige hurkt naast me neer en kijkt me aan: “Vrouw, je krijgt geen ruggenprik”. Mijn wereld stort even in. Ik kan niet meer.
Rustig legt ze uit waarom niet. De hartslag van ons kindje is niet stabiel. De ontsluiting is helaas nog minimaal en ons dochtertje moet snel komen.
De zoutlamp moet weer uit, de muziek moet ook uit en die stomme bal werkt niet.
De oplossing is een keizersnede. Rustig vraagt ze wat ik hiervan vind. Ik roep meteen: “Ja, doen. Haal haar eruit.”
Direct staat er een heel team op mijn kamer. Ik word aan een infuus gehangen en krijg een middeltje in het infuus wat de weeën iets afremt, dit om ons kindje iets te stabiliseren voor de keizersnede.
Wat een verlichting en wat een opluchting.
We rijden met het bed naar de operatiekamer. Een heel team staat al klaar. Zo indrukwekkend. Ik krijg een ruggenprik en vraag nog 10 keer of ik wel echt verdoofd ben. “Mevrouw, we hebben net heel hard in uw buik geknepen, heeft u dit gevoeld”? Dat heb ik niet.
En ineens, een paar minuten later, zie ik door het scherm heen, dat de gynaecoloog ons dochtertje uit mijn buik haalt. Daar is ze, onze dochter, Chloë. Wat een prachtig en onwerkelijk moment. Tranen van geluk.
Robert loopt met de kinderarts mee die Chloë direct onderzoekt. Alles is goed. Ze is wel wat klein voor het aantal weken dat ze in de buik heeft gezeten namelijk 2,8 kilo. Dit kan verklaren waarom ze de intensiteit van de weeën niet aan kon. Ik word in de tussentijd weer netjes dicht genaaid. En voor ik het weet ligt Chloë op mijn borst.
Wat een wonder.
Mooi, lief, sterk meisje!
Ik kijk heel erg positief terug op mijn bevalling.
Het is natuurlijk anders gelopen dan gehoopt en ook anders dan verwacht. Ik hoopte op een natuurlijke bevalling en had nooit verwacht dat ik een keizersnede zou krijgen. Maar het is oké, en ook gedurende de bevalling was het oké.
Ik voelde me ontzettend gehoord in al mijn wensen. Ik voelde me veilig. En voelde dat beslissingen werden genomen voor mijn welzijn en dat van Chloë. De keizersnede voelde als de juiste keuze op het juiste moment.
Ik ben zo ontzettend blij met het Geboortehuis. Een fijnere verloskundigen praktijk had ik me niet kunnen wensen. Heel veel dank!